Iedereen wil leren loslaten. Maar ik heb geleerd dat je pas echt kunt loslaten als je durft vast te houden wat pijn doet.
De illusie van loslaten
Ik heb het vaak gehoord. “Je moet het gewoon loslaten.” Alsof pijn zich laat wegwuiven met een zucht of een quote.
Ik heb het zelf ook vaak gezegd, tegen mezelf. Tot ik ontdekte dat ik niets had losgelaten. Ik had het alleen weggeduwd, diep vanbinnen, met een glimlach die moest laten zien dat het goed ging.
Sterk spelen doet pijn
Ik vertelde mezelf dat ik verder was gegaan, dat ik had vergeven, dat ik sterker was geworden. Maar zodra iemand iets raakte in dat oude verhaal, voelde ik hoe mijn lichaam verstijfde. Mijn schouders trokken zich op, mijn adem stokte, mijn keel werd droog. “Nee hoor, ik kijk alleen maar vooruit.” En ondertussen wist alles in mij beter. Wat ik dacht te hebben losgelaten, bleef van binnen zachtjes duwen, als een herinnering die niet wilde verdwijnen.
Het echte werk begint bij voelen
Echt loslaten begon pas toen ik stopte met vermijden en durfde voelen wat ik jarenlang had genegeerd. De teleurstelling, de woede, de schaamte, het verdriet. De leegte, de eenzaamheid. En daaronder, verstopt maar nog steeds levend, de liefde die niet kwijt wilde.
Het einde dat nooit komt
Ik weet nog dat ik dacht: wanneer houdt dit eindelijk op? Wanneer is het verdriet uitgewerkt, het gemis verdwenen, de rust terug? Het antwoord bleek confronterend eenvoudig: nooit helemaal. En dat is precies zoals het hoort.
Dragen wat van mij is
Loslaten is geen daad van verstand, maar van overgave.
Het vraagt dat ik bereid ben te dragen wat van mij is, zonder het mooier te maken dan het is. Niet analyseren, niet verklaren, maar voelen. De zwaarte, de vermoeidheid, de twijfel. Alles wat ik jarenlang probeerde te vermijden, omdat het niet paste in het beeld van ‘sterk zijn’.
Ik heb geleerd dat dragen niet betekent dat ik blijf hangen in het verleden, maar dat ik erken wat er was. Dat ik verantwoordelijkheid neem voor mijn eigen verhaal. Elke keer dat ik dat doe, sterft er iets ouds, een overtuiging, een verwachting, een stukje controle. En in dat sterven ontstaat ruimte. Eerst onwennig en stil, later zachter, ruimer, lichter.
Daar, in dat niemandsland tussen loslaten en opnieuw beginnen, gebeurt het echte werk. Daar leer ik mezelf opnieuw kennen. Niet als de versie die alles begrijpt, maar als de mens die durft te voelen zonder te vluchten.

De goedbedoelde misvatting
En ja, er zijn altijd mensen die zeggen dat ik het gewoon moet loslaten. Alsof het niet al de hele dag op mijn schouders rust.
Alsof het niet al jaren in mijn lijf woont. Alsof ik niet al honderd nachten heb liggen draaien, zoekend naar rust.
Die woorden klinken vriendelijk, maar vaak zijn ze bedoeld om de ander te beschermen tegen mijn pijn. Want pijn is ongemakkelijk, ook als die niet van jou is. Toch leerde ik: loslaten kun je niet afdwingen, niet versnellen en niet plannen. Het is geen project, geen stap in een zelfhulpgids.
Loslaten vraagt om aanwezig zijn.
Om durven zitten in het ongemak.
Om leren luisteren naar wat nog niet gehoord is.
Dat is geen zwakte, dat is moed.
Wat ik echt heb geleerd
Loslaten is niet iets wat je doet. Het is iets wat langzaam in beweging komt, als je eindelijk durft vast te houden wat pijn doet.
Voor mij begon het toen ik begreep hoe ik mentaal bleef vasthouden: aan overtuigingen, patronen, verhalen over wie ik dacht te moeten zijn. Dat vasthouden hield mijn ziel gevangen, opgesloten in het denken.
Echt loslaten is mijn ziel durven voelen
Niet vanuit controle, maar vanuit vertrouwen. Vertrouwen dat het leven weet wat het doet, ook als ik het niet begrijp. Dat er iets groters is, het goddelijke, het universum, wat je het ook noemt, dat mij steeds terugroept naar mezelf.
Loslaten is ruimte maken voor hoop, voor dromen, voor stilte. Voor het zachte weten dat ik niet alles hoef te dragen om heel te zijn. En wanneer ik vertrouw, in mezelf én in de wereld, komt ook liefde.
Geschreven door Diana, eigenaar en coach van Retraites-Europa
